Autisme duikt meestal op tijdens de drie eerste levensjaren

Autisme duikt meestal op tijdens de drie eerste levensjaren

Veel autistische kinderen zijn normaal of zelfs hoogbegaafd

Het begrijpen van autistische kinderen blijkt vaak een levensgroot probleem te zijn. Voor een goede verstandighouding: autisme is geen ziete, maar een symptoom dat sterk kan variëren. Qua ernst kan het gaan van een handicap die iemands leven binnen een bepaalde grenzen vormen tot een aandoening die chronische zorgverlening vereist. Autisme is één van de meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen of –handicaps. Inclusief de mildere vormen komt het bij ongeveer 0,60% van de kinderen voor.

Het belangrijkste probleem van autistische kinderen is dat van communicatie. Zij verstaan of voelen niet aan wat anderen denken of voelen. Dat brengt uiteraard mee dat zij het zeer moeilijk hebben om zich uit te trekken, noch met woorden noch met gebaren of aanraking.

Zeer gevoelige autistische kinderen kunnen alle moeite van de wereld hebben met geluiden, aanrakingen, geuren of visuele waarnemigen die voor niet-autistische kinderen de gewoonste zaak van de wereld zijn. Het opduiken van stereotype gebaren – bewegingen met de handen bijvoorbeeld – kan een ander signaal zijn dat in de richting van autisme wijst. Er zijn nog heel wat andere signalen die in de richting van autisme kunnen wijzen. Zo kunnen autistische kinderen op een eigenaardige manier aan voorwerpen gehecht zijn, niet bestand in wijzigingen in hun dagdagelijks gedrag en/of agressief en gericht op automutilatie (zelfverminking). Op sommige momenten merken ze dingen, mensen of activiteiten in hun onmiddellijke omgeving niet op. Sommige autistische kinderen krijgen last van aanvallen. Die aanvallen kunnen zelfs in een later stadium richting volwassenheid beginnen.

Het is een algemeen verbreid misverstand dat autistische kinderen op verstandelijk vlak misdeeld zijn. De meeste autistische kinderen hebben een normale of zelfs boven-normale vorm van intelligentie. In tegenstelling tot mensen met een mentale achterstand, een aandoening die wordt gekenmerkt door een relatief gelijkmatige ontwikkeling van vaardigheden, is die ontwikkeling bij autistische kinderen niet gelijkmatig. Veel autistische kinderen ondervinden problemen met bepaalde zaken, vooral op het vlak van communicatie en relaties met anderen. Anderzijds kunnen autistische kinderen over andere gaven beschikken die bovenmatig ontwikkeld zijn, zoals een talent voor muziek, tekenen, het oplossen van wiskundige problemen, het onthouden van dingen enzovoort. Daarom scoren autistische kinderen vaak hoger dan niet-autistische kinderen in niet-verbale intelligentietesten.

Autisme duikt meestal op tijdens de drie eerste levensjaren, maar sommige kinderen vertonen al autistische symptomen vanaf de geboorte. Anderen lijken zich normaal te ontwikkelen, maar vertonen in de leeftijd tussen 18 en 36 plots autistische symptomen. Er zijn meer autistische kinderen van het mannelijke dan van het vrouwelijke geslacht (ongeveer vier keer zo veel), op het vlak van ras, etnische afkomst of sociale omgeving zijn er geen verschillen.

Syndicatie