Vrouwen hebben minstens één uur per dag lichaamsbeweging mogelijk

Vrouwen hebben minstens één uur per dag lichaamsbeweging mogelijk

Hoeveelheid lichaamsbeweging is het dubbele van wat aanvankelijk werd aangegeven

Vrouwen hebben minstens één uur per dag lichaamsbeweging mogelijk, zo blijkt uit een studie uitgevoerd aan Harvard University. De vereiste hoeveelheid lichaamsbeweging is ongeveer het dubbele van wat aanvankelijk werd aangegeven. Dat uur lichaamsbeweging is noodzakelijk om het gewichtsverlies af te remmen naarmate de vrouwen ouder worden.

Rania Mekary, medewerker van de Harvard School of Public Health in Boston, kwam tot de conclusie dat alleen vrouwen van middelbare leeftijd die de regel van een uur lichaamsbeweging per dag respecteerden hun gewichtstoename tot een minimum wisten te beperken. Vrouwen die wel voldoende bewogen, konden die gewichtstoename over een periode van 13 jaar beperken tot minder dan drie kilo.

Dat uur lichaamsbeweging is met andere woorden levensnoodzakelijk om een gezond lichaamsgewicht te garanderen. Mekary voerde proefnemingen uit bij een testgroep die startte met een gezond lichaamsgewicht en die vervolgens 13 jaar op rij werd gevolgd. Aan het onderzoek namen in totaal meer dan 34.000 vrouwen deel.

De U.S. Department of Health and Human Services adviseert volwassenen om minstens een half uur per dag te bewegen en dat minstens vijf keer per week. Omgerekend stemt dat overeen met 2,50 uur lichaamsbeweging per week. Deze beweging is noodzakelijk om chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, diabetes en sommige vormen van kanker op afstand te houden. Om de effecten van lichaamsbeweging te vergroten, zou de hoeveelheid lichaamsbeweging moeten opgetrokken worden tot 300 minuten of 5 uur per week.

Die 2,50 uur per week zoals door de U.S. Department of Health and Human Services wordt aangegeven, is volgens Mekary niet voldoende om over een langere periode een gezond gewicht te behouden voor vrouwen die zich aan een normaal dieet houden. Die hoeveelheid lichaamsbeweging zou echter wel voldoende zijn om dodelijke ziekten op een bepaalde manier op afstand te houden.