Ongeveer één Parkinson-patiënt op drie wordt in een latere fase dement

Ongeveer één Parkinson-patiënt op drie wordt in een latere fase dement

Geheugenverlies en verwarring kunnen neveneffecten zijn van ziekte van Parkinson

De ziekte van Parkinson kan het leven van iemand op verschillende manieren raken. Vaak wordt echter over het hoofd gezien dat de ziekte van Parkinson ook kan leiden tot een vorm van dementie die sterk gelijkt op de symptomen van de ziekte van Alzheimer. Daardoor wordt de patiënt nog meer afhankelijk dan voordien het geval was.

Ongeveer één Parkinson-patiënt op drie wordt in een latere fase dement. Geheugenverlies en verwarring kunnen inderdaad neveneffecten zijn van ziekte van Parkinson, zonder dat er noodzakelijk sprake moet zijn van de andere symptomen die met Alzheimer te maken hebben. Het zal duidelijk zijn dat de ziekte van Parkinson iemands leven op alle mogelijke manieren kan beïnvloeden. Bovendien zijn er nog geen geneesmiddelen ontwikkeld die de ziekte van Parkinson kunnen genezen, hooguit kunnen er een aantal symptomen worden bestreden.

Daar komt nog bij dat bij de ziekte van Parkinson een depressie een niet zeldzaam nevenverschijnsel is. Iemand met de ziekte van Parkinson wordt geleidelijk aan meer afhankelijk, angstig, passief, hij of zij zal ook moeilijk beslissingen kunnen treffen. Dat vertaalt zich in een zich hullen in zwijgzaamheid en een verminderd contact met familie en vrienden. Iemand met de ziekte van Parkinson zal vaak aangemoedigd moeten worden om dingen te doen, op eigen houtje gebeurt er weinig of niets. Dat kan het gevolg zijn van depressies veroorzaakt door chemische wijzigingen in de hersenen. Als gevolg van hun meer teruggetrokken bestaan, worden de symptomen van dementie vaak trager herkend bij mensen die lijden aan de ziekte van Parkinson. Om het ziektebeeld beter te kunnen samenstellen, is het daarom belangrijk dat depressieverschijnselen bij de patiënten worden bestreden. Dat gebeurt best via antidepressiva.

Bovendien kan een depressie er een steentje toe bijdragen dat de patiënt gaat lijden aan geheugenverlies en verwarring. Daar kunnen ook hallucinaties bij horen, iemand die lijdt aan de ziekte van Parkinson zal soms dingen horen of zien die er in werkelijkheid niet zijn. Daarnaast kan het dromenpatroon van een Parkinson-patiënt sterk gaan wijzigen, heel drukke dromen kunnen mee veroorzaakt worden door de medicijnen die aan Parkinson-patiënten wordt gegeven.

Deze symptomen kunnen uiteindelijk resulteren in een vorm van dementie, waarbij de symptomen sterk gelijken op die van de ziekte van Alzheimer. Maar een algemene regel is dat zeker niet, eerder geldt dat het ziektebeeld bij elke patiënt die lijdt aan de ziekte van Parkinson weer anders is. Dat maakt het precies zo moeilijk om deze aandoening op de juiste manier te definiëren.