Syndroom van Asperger komt algemener voor dan autisme

Syndroom van Asperger komt algemener voor dan autisme

Oorzaken syndroom van Asperger blijven onbekend

Rondom het syndroom van Asperger hangt nog heel wat mist. De aandoening zelf is nog onvoldoende gedefinieerd, terwijl over de oorzaken van het syndroom van Asperger nog heel weinig is geweten. Dat laatste geldt overigens ook voor autisme. Asperger duikt nogal eens in familieverband op, wat doet vermoeden dat er een erfelijkheidsfactor in het spel is. Hoe Asperger dan genetisch zou worden doorgegeven, is echter niet bekend. Er bestaat alleen maar een vermoeden dat de aandoening wordt doorgegeven van de ouders naar de kinderen.

Een onbeantwoorde vraag is hoe vaak Asperger voorkomt. Het is nog niet zo lang geleden dat Asperger werd herkend als een unieke aandoening. Onder meer daardoor is het onduidelijk hoeveel mensen er precies aan Asperger lijden. Ook het opgeven van een percentage van de bevolking dat kwetsbaar is voor de aandoening is eigenlijk onbegonnen werk. Veel meer dan wat natte vingerwerk kan momenteel niet worden gedaan. Bovendien moet nog worden afgewacht of daar ooit verbetering in gaat komen.

Vast staat alleen dat Asperger meer voorkomt dan autisme, maar niet altijd als dusdanig wordt erkend. Bovendien zijn er graduaties in deze aandoening, in die zin dat de mildere vormen er van meestal niet worden herkend. Het heeft ook weinig zin om een heksenjacht op Asperger-patiënten te ontketenen. Vaak worden tegenwoordig mensen onrechtmatig als ‘Asperger' omschreven, simpelweg omdat ze enkele kenmerken zouden vertonen die in de richting van de aandoening kunnen wijzen.

Voorzichtige schattingen gaan er van uit dat 0,024% tot 0,36% van de kinderen aan Asperger lijden. Het betreft in dit geval de duidelijk herkenbare vormen van Asperger, want het percentage van mensen met lichte Asperger-symptomen ligt waarschijnlijk fors hoger. De aandoening komt duidelijk meer voor bij mannen dan bij vrouwen, zonder dat daar een duidelijke reden voor is. Meestal wordt de diagnose voor Asperger voor het eerst gesteld in de leeftijd tussen 2 en 6 jaar.

Het zal duidelijk zijn dat het stellen van de diagnose ‘Asperger' niet echt makkelijk is. Een specialist ter zake zal op basis van de ‘track record' van de patiënt proberen om de diagnose te stellen. Daarbij wordt uitgegaan van de medische voorgeschiedenis van de patiënt, gekoppeld aan een fysisch onderzoek. Voor alle duidelijkheid: er bestaan geen testen die de aanwezigheid van Asperger met enige mate van zekerheid kunnen vaststellen. Wordt er een fysieke aandoening vastgesteld, dan is er waarschijnlijk geen sprake van Asperger.

Syndicatie