Kinderen met dyslexie kunnen moeite hebben met het aanscherpen van binnenkomende signalen

Kinderen met dyslexie kunnen moeite hebben met het aanscherpen van binnenkomende signalen

Mogelijk is een belangrijke stap gezet in de richting van de ontrafeling van het mysterie van dyslexie

Mogelijk is een belangrijke stap gezet in de richting van de ontrafeling van het mysterie van dyslexie. Kinderen met dyslexie kunnen moeite hebben met het aanscherpen en fine-tunen van binnenkomende signalen, zo blijkt uit recent onderzoek. Wetenschappers kwamen tot de vaststelling dat kinderen met dyslexie zich niet kunnen focussen op regelmatig terugkerende spreekgeluiden. Mogelijk doet zich ook hetzelfde voor bij geschreven taaltekens en de daarbij behorende geluiden.

Wetenschappelijk onderzoek heeft vroeger al aangetoond dat kinderen met dyslexie niet alleen moeilijkheden ondervinden met lezen en schrijven, maar ook praten. Er is opnieuw geen enkel verband met persoonlijke intelligentie. Vaak verstaan kinderen met dyslexie moeilijk gesproken taal wanneer er te veel achtergrondgeluiden zijn. De reden hiervoor was tot dusver onbekend.

Volgens wetenschappers aan de Amerikaanse Northwestern University is dat deel van het brein dat verantwoordelijk is voor het aangeven van toonaangevende geluiden onvoldoende ontwikkeld bij kinderen met dyslexie. Daardoor blijft het achtergrondgeluid een dusdanig storend element dat het kind uiteindelijk niets meer begrijpt.

Nina Kraus, directeur van het Northwestern University's Auditory Neuroscience Laboratory, is van mening dat de hersenstem in het hele verhaal een belangrijke rol speelt. Deze stem is de eerste plaats in het brein waar auditieve signalen worden ontvangen en verwerkt worden. Deze stem zou zich automatisch focussen op de ontvangen informatie en die filteren. De belangrijkste signalen zouden versterkt worden en doorgestuurd naar de hersenen, zodat het mogelijk is iemands stem te onderscheiden van achtergrondgeluid.

Bij kinderen met dyslexie zou er bij dit proces iets foutlopen, waardoor de hersenstem haar werk niet meer naar behoren zou kunnen volbrengen. Kraus baseerde deze conclusie op onderzoek met en kinderen zonder leermoeilijkheden. Hetzelfde mechanisme dat verantwoordelijk is voor het feit dat kinderen geluiden niet kunnen onderscheiden van achtergrondruis, zou ook verantwoordelijk zijn voor storingen in het lees- en leerproces. Anderzijds bleken kinderen zonder dyslexie beter in staat om zinnen te herhalen die ze in een lawaaierige omgeving gehoord hadden. Kraus verwacht dat de resultaten van haar onderzoek ook bruikbaar gaan zijn in de bestrijding van dyslexie.

Syndicatie