Opsporen van borstkanker kan op drie manieren, geen van de drie is voor 100% doeltreffend

Zelfonderzoek, onderzoek door dokter en mammografie helpen borstkanker opsporen

Het opsporen van borstkanker kan op drie manieren gebeuren, maar geen van die drie manieren is echt doeltreffend. Zelfonderzoek, onderzoek door dokter en mammografie helpen borstkanker opsporen, maar alle drie de methodes blijven gaten vertonen.

Op de eerste plaats is er geen enkel wetenschappelijk bewijs dat zelfonderzoek de sterfgevallen als gevolg van borstkanker kan reduceren. In het geval van onderzoek door een niet-gespecialiseerde dokter kan diens informatie onvoldoende zijn om met een redelijke kans op succes een test te doen. Mammografie is de meest verspreide vorm van onderzoek naar borstkanker, maar hier bestaan er twijfels over de bruikbaarheid van het onderzoek bij vrouwen jonger dan 40.

Mammografie kan anderzijds wel borstkanker opsporen bij vrouwen ouder dan 50 die geen zichtbare tekenen van borstkanker vertonen. Bovendien kan op deze manier borstkanker bewezen worden na de ontdekking van een knobbeltje of een ander signaal dat in de richting van de aandoening wijst.

Samen met longkanker is borstkanker één van de meest verspreide en meest dodelijke vormen van kanker. Het Amerikaans National Cancer Institute.
Cause of Death rapporteerde dat elk jaar alleen al in de Verenigde Staten jaarlijks tot 50.000 vrouwen aan borstkanker sterven.

Ondanks de hele discussie rond mammografie bij jongere vrouwen (minder dan 40 jaar) - zowel de pro's als de contra's hebben hun argumenten - blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat mammografie de kansen op sterven als gevolg van borstkanker doet slinken. Per 1.000 vrouwen kunnen twee sterfgevallen als gevolg van borstkanker voorkomen worden wanneer er regelmatig mammografie (elk jaar of om de twee jaar) plaatsvindt. Doorgaans start mammografie vanaf de leeftijd van 40 jaar.

Anderzijds is het wel zo dat vrouwen die vanaf 40 jaar zich jaarlijks laten onderzoeken meer valse positieve signalen op borstkanker krijgen dan wanneer de mammografie slechts op 50 jaar begint. In dat geval wordt een abnormaliteit ontdekt die niets met borstkanker te maken heeft.

Heel wat vrouwenorganisaties blijven niettemin voorstander van mammografie vanaf 40 jaar. Ondanks negatieve geluiden (meer kans op fouten op jongere leeftijd) blijft ook de machtige Amerikaanse National Breast Cancer Coalition het onderzoek van de vrouwelijke borsten vanaf 40 jaar ondersteunen. Hetzelfde geldt voor de American College of Obstetricians and Gynecologists. 

Syndicatie