Behandeling van kleincellige longkanker afhankelijk van verschillende factoren

Behandeling van kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom afhankelijk van verschillende factoren

Ook het geslacht van de patiënt en zijn of haar algemene gezondheidstoestand kunnen behandeling beïnvloeden

Voor de behandeling van kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom zijn, evenals voor andere vormen van kanker trouwens, verschillende behandelingswijzen beschikbaar. In de meeste gevallen zullen er deze niet in slagen om de kanker volledig te genezen. Wel wordt de medische wetenschap steeds behendiger om het verlengen van de levensduur van de patiënen, vaak in zelfs aanzienlijke mate. Wie lijdt aan kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom mag dus in geen geval de moed in de schoenen laten zakken. Behandeling zal in de meeste gevallen succes opleveren, ook al is dat succes maar tijdelijk van aard.

De behandeling van kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom is afhankelijk van verschillende factoren, waarbij steeds rekening moet worden gehouden dat deze factoren ook de kansen op herstel gaan beïnvloeden. Op basis van een uitgebreid medisch onderzoek zal worden vastgesteld in welke fase de kanker zich bevindt. Op basis van die bevindingen - het is onder andere belangrijk om te weten waar de tumor zich bevindt en of hij al dan niet is uitgezaaid - dat de behandeling kan beginnen.

Uiteraard speelt het stadium van de kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom een belangrijke rol in het geheel. Bevindt de kanker zich nog steeds in de borstholte of is hij al uitgezaaid naar andere delen van het lichaam?
Ook het geslacht van de patiënt en zijn of haar algemene gezondheidstoestand kunnen de behandeling beïnvloeden, waarbij uiteindelijk de knopen door de behandelende dokter zullen doorgehakt moeten worden.

Niet onbelangrijk bij de behandeling van kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom is het niveau in het bloed van lactate dehydrogenase (LDH), een chemische stof die als barometer van kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom kan optreden. Het LDH-gehalte kan op kanker wijzen wanneer het niveau hoger dan normaal is.

Bij de meeste patiënten zal de huidige behandeling die beschikbaar is voor kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom niet tot totale genezing leiden, maar kan er wel regelmatig een tijdelijke verbetering optreden. Iemand bij wie kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom is aangetroffen, kan zich echter wel aanmelden om deel te nemen aan één van de vele klinische testen die worden gedaan voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen voor de behandeling van kleincellige longkanker of (kleincellig) longcarcinoom. Sommige van deze geneesmiddelen bevinden zich nog maar in testfase, maar zijn veelbelovend.

Syndicatie