Prostaatkanker: PSA-test geeft niet altijd uitsluitsel

Prostaatkanker: PSA-test geeft niet altijd uitsluitsel

In sommige gevallen wordt kanker niet gedecteerd, in andere gevallen wordt vals alarm gegeven

Bij prostaatkanker wordt nog vaak een test op het PSA-gehalte uitgevoerd. Uit studies blijkt dat tussen 10 en 20% van de onderzochte mannen een hoge score hebben. In dat geval wordt het advies gegeven om een biopsie te doen of om op stukjes weefsel te onderzoeken of er daadwerkelijk sprake is van kanker. Bij deze biopsie wordt in ongeveer 20 tot 30% van de gevallen daadwerkelijk de diagnose ‘kanker’ vastgesteld.

Daarmee zal meteen duidelijk worden dat de PSA-test op zichzelf niet alleen doorslaggevend is. Een hoog PSA-gehalte kan ook aan andere factoren te wijten zijn, maar ook het gevolg van individuele genetische factoren. Een DeCode analyse maakt de PSA-testen weliswaar meer iets accuraat, maar de Amerikaanse Cancer Society is van mening dat de manier van testen nog moet worden verbeterd alvorens de PSA-tests absoluut betrouwbaar zijn.

De American Urological Association adviseert dokters om mannen vanaf hun 40ste regelmatig te screenen op prostaatkanker. Toch is de Europese medische wereld verdeeld over het nut van (vooral PSA-)tests. De PSA-test geeft namelijk zoals gezegd niet altijd uitsluitsel. In sommige gevallen wordt kanker niet gedecteerd, in andere gevallen wordt vals alarm gegeven. Dat veroorzaakt heel wat onnodige paniek bij mannen die denken dat ze prostaatkanker hebben en dat uiteindelijk dus niet hebben.

Syndicatie