Gen gelinkt aan borstkanker kan ook hartkwalen veroorzaken

Gen komt vooral voor bij joodse vrouwen

Een gen gelinkt aan borstkanker kan ook hartkwalen veroorzaken, zo blijkt uit een studie op muizen die er op gericht was om de hartfunctie van deze diertjes te versterken met genentherapie. Opvallend is dat het gen in kwestie bij 1 op 10 vrouwen van joodse afkomst voorkomen.

De onderzoekers ontdekten dat het gen BRCA1 wanneer het defecten vertoonde bij muizen een dichtslibben van de aders veroorzaakte. Een verhardening van de aders kan leiden tot hart- en vaatziekten. Wanneer het gen bij muizen werd behandeld, verbeterden de vezelfuncties en werden de risico's op hartproblemen kleiner. De resultaten van het onderzoek werden bekendgemaakt op de jaarmeeting van de American Heart Association.

Vrouwen met zekere mutaties in het BRCA1-gen zouden tijdens hun leven tot 80% meer risico hebben om borstkanker te ontwikkelen, zo bleek uit studies van het Amerikaanse National Cancer Institute. Bovendien bleek dit gen ook verantwoordelijk te zijn voor de ontwikkeling van andere kankers zoals onder andere urineleider-, baarmoeder- en darmkanker. Defecte BRCA1-genen beletten dat het lichaam zichzelf geneest en kan daardoor buiten kanker nog andere aandoeningen kunnen veroorzaken.

Subodh Verma, hartspecialist bij het St. Michael's Hospital in Toronto, verwijst in dat verband op de eerste plaats naar hartproblemen. Verma citeert andere studies die er wijzen dat mensen met deze mutatie in het BRCA1-gen minder lang dan normaal leven, ook al zouden ze kanker overleven. Het BRCA1-gen is namelijk betrokken bij het herstel van het DNA. Defecten in het gen kunnen leiden tot veranderingen in het DNA die kanker kunnen veroorzaken. Een tweede gevolg kan zijn dat er in het lichaam ontstekingen optreden die op hun beurt de aders doen dichtslibben, waardoor het risico op hartproblemen nog eens toeneemt.

De onderzoekers - een team waar ook Verma deel van uitmaakte - ontdekten dat muizen die met genentherapie behandeld werden hun bloedstroom zagen verbeteren, in zoverre zelfs dat zones die voordien afgesloten waren van die bloedstroom opnieuw werden bereikt. Dat betekent echter ook dat mutaties van het BRCA1-gen er de oorzaak van zijn de bloedtoevoer naar dichtgeslibte aders moeilijker verloopt, waardoor het ook moeilijker wordt om te herstellen van een hartaanval.

Wanneer de conclusies van dit onderzoek worden bevestigd, kan het belangrijke gevolgen hebben voor mannen en vrouwen die chemotherapie ondergaan. Verschillende medicijnen die bij chemotherapie worden gebruikt, zijn namelijk slecht voor het hart.   

Syndicatie