Nieuwe vooruitgang in onderzoek niet-kleincellige longkanker

Nieuwe vooruitgang in onderzoek niet-kleincellige longkanker

Genetische wijzigingen in tumor kunnen bij patiënten met kleincellige longkanker (NSCLC) kunnen de afloop van de behandeling helpen voorspellen, zo blijkt uit nieuw onderzoek.
 
Bij sommige mensen met niet-kleincellige longkanker (NSCLC) waar een wijziging in het EGFR-gen is opgetreden, kan door een behandeling met het medicijn gefitinib (Iressa) de groei van de kanker afgeremd worden.
 
Het onderzoek wees uit dat de groei en de verspreiding van de kanker met drie maanden werd vertraagd wanneer dit medicijn werd toegediend, dit in vergelijking met patiënten die met de traditionele chemo behandeld werden in combinatie met de medicijnen carboplatin (Paraplat, Paraplatin) en paclitaxel (Taxol).
 
Anderzijds kende behandeling op de traditionele manier meer succes met patiënten met NSCLC zonder de EGFR-mutatie. Voor deze categorie was de groei en de verspreiding vier maanden langer in het geval van behandeling met carboplatin en paclitaxel dan met gefitinib.
 
Het is dus zaak om vooraf goed met de medische specialist de behandeling te bekijken. Er is bovendien nog één grote maar: de studie gebeurde in Azië met uitsluitend Aziatische patiënten, die bovendien niet of slechts weinig rookten. Het valt dus nog af te wachten of dezelfde studie in Europa of de VS gelijkaardige resultaten zou opleveren. Voor zware rokers geldt hetzelfde.

 

Syndicatie